In deze studie werd de schade op een typisch Nederlands melkveebedrijf (125 koeien) ten gevolge van suboptimale mobiliteit geschat op € 15.342 ofwel € 123 per koe.
Er werd gebruik gemaakt van een nieuw simulatiemodel, waarbij naast de directe schade ook de indirecte schade werd meegenomen. In het onderzoek waren 8 klauwaandoeningen betrokken, vijf niet-infectieuze en 3 infectieuze. De economische analyse werd uitgevoerd op basis van de locomotiescore (2-5), waarbij een scenario met en zonder afwijkende mobiliteit werd vergeleken. Daarnaast werden de weide- en opstalperiodes apart geanalyseerd.
De gemiddelde totale jaarlijkse directe economische schade voor de locomotiescores 2-5 waren respectievelijk €1129, €3098, €4354 en €480. De indirecte economische schade had een grote variatie met een gemiddelde van €6281 en bestond voor 65% uit versnelde afvoer om andere redenen en was voor 35% productiegerelateerd, met name door de lagere productie vanwege instroom van meer jonge dieren ten gevolge van de verhoogde afvoer.
In deze studie bleek dat 47% van de directe economische schade het gevolg was van locomotiescore 2 en 3. Daarom kunnen veehouders veel baat hebben bij een tijdige aanpak van relatief minder ernstig kreupele koeien. Daarnaast was opmerkelijk dat 41% van de totale economische schade het indirecte gevolg was van problemen met de locomotie.
Bron: Francis Edwardes, Mariska van der Voort, Tariq Halasa, Menno Holzhauer, Henk Hogeveen
Preventive Veterinary Medicine 199 (2022) 105551.
Verreweg de meeste koeien worden bekapt in een bekapbox, waarbij een poot wordt opgetild en een of meerdere banden onder de buik worden aangebracht. Daarbij wordt extern druk uitgeoefend op de inwendige organen, waaronder de baarmoeder. De ene koe ondergaat deze procedure min of meer gelaten, terwijl andere koeien gestrest raken. In een Deens onderzoek is nu gekeken of het bekappen van koeien laat in de dracht (stress, externe druk) gevolgen heeft voor het verdere verloop van de drachtigheid.