In deze studie op 8 bedrijven is een mogelijk verband onderzocht tussen stagedrag van koeien (middels pootsensoren) in de transitieperiode en het optreden van zoolbloedingen- en/of zweren 8-12- weken na het kalven. De transitieperiode werd ten opzichte van de kalfdata onderverdeeld in 3 periodes: -14 tot -2, -1 tot 1 en 2 tot 14 dagen. Het stagedrag werd beoordeeld aan de gemiddelde dagelijkse statijd en de gemiddelde langste statijd. Alleen koeien zonder zoolproblematiek met een volledige registratie van alle klauwbehandelingen werden in de studie opgenomen. 8 tot 12 weken na het kalven werden de poten bekapt en eventuele laesies geregistreerd.
Er werd geen verband gevonden tussen het stagedrag van koeien in de beide periodes voor het kalven, maar een langere statijd over de dag en langer staan per keer 0-2 weken na het kalven verhoogde het risico op het ontwikkelen van zoolbloedingen – en/of zweren. Bij vaarzen kwam minder kreupelheid voor dan bij koeien.
Auteurs beklemtonen dat deze studie mogelijk te weinig “power” heeft vanwege het lage aantal dieren met zoolbloedingen – en/of zweren. Bovendien geven zij aan dat veel risicofactoren elkaar kunnen beïnvloeden, waardoor het effect van bepaalde variabelen lastiger is te bepalen.
Het volledige artikel is hier beschikbaar.
<em>Bron: Hanna K. Eriksson, Ruan R. Daros, Marina A.G. von Keyserlingk, and Daniel M. Weary. Standing behavior and sole horn leasions: A prospective observational longitidunal study. Journal of Dairy Science 104: 11018-11034; https://doi.org/10.3168/jds.2020-19839</em>
Download de pdf bij dit artikel ‹ Ga terug